Brief staatssecretaris bij aanbieding van vijf fiches met nieuwe Commissievoorstellen - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Deze brief is onder nr. 252 toegevoegd aan .

1.

Kerngegevens

Officiële titel Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris bij aanbieding van vijf fiches met nieuwe Commissievoorstellen 
Document­datum 11-12-2002
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST65768
Kenmerk 22112, nr. 252
Van Buitenlandse Zaken (BUZA)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2002–2003

22 112

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 252

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2002

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vijf fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

  • 1. 
    Verordening van de Raad betreffende het communautair toezicht op de invoer van steenkoolvan oorsprong uit derde landen
  • 2. 
    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren
  • 3. 
    Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen(«BNI verordening»)
  • 4. 
    Mededeling van de Commissie aan de Raad en aan het Europees Parlement betreffende de vaststelling van een communautair actieplan voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zeein het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid
  • 5. 
    Mededeling van de Commissie: «Structurele indicatoren»

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, A. Nicolaï

Fiche 1: Verordening steenkool

Titel:

Verordening van de Raad betreffende het communautair toezicht op de

invoer van steenkool van oorsprong uit derde landen

datum Raadsdocument:                                                        6 september 2002

nr Raadsdocument:                                                                              11 775/02

nr Commissiedocument:                                                     COM(2002)482 def i

Eerstverantwoordelijke ministerie:                                               EZ i.o.m. FIN

Behandelingstraject in Brussel:

Raadswerkgroep Energie, Coreper, Transport-, Telecom- en EnergieRaad voorjaar 2003

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar):geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

De Commissie wil maandelijks gegevens verkrijgen over de import van steenkool uit derde landen. Bedrijven moeten de gegevens aanleveren, die vervolgens door overheden via douanediensten dienen te worden geverifieerd. Deze gegevens hebben betrekking op hoeveelheden, oorsprong, zwavelgehalte, werkelijk betaalde prijzen, alsmede gegevens over de contracten. De Commissie acht deze gegevens nodig in verband met de voorzieningszekerheid en de controle op de staatssteun aan kolen-productie in de EU.

Rechtsbasis van het voorstel:artikel 284 EG-verdrag

Comitologie:geen

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: twijfelachtig/positief. Als het gaat om het aspect voorzieningszekerheid is de monitoring niet nodig. Als het gaat om de controle op staatssteun: positief.

Proportionaliteit: twijfelachtig. Ten eerste zijn de benodigde gegevens voor de controle op de staatssteun mogelijk al op een andere wijze te verkrijgen; Nederland zal dit nagaan. Ten tweede is de gevraagde frequentie van informatieverschaffing (maandelijks) in ieder geval te hoog.

Deregulering: twijfelachtig

Nederlandse belangen:

Het is in het Nederlands belang dat de (binnen de EU gegeven) staatssteun aan de kolenproductie gecontroleerd wordt. Wel moet voorkomen worden dat er onnodig verplichtingen aan het bedrijfsleven worden opgelegd en er onnodige controles worden uitgevoerd.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG):geen

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:geen rol.

Fiche 2: Verordening drugsprecursoren

Titel:

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad

inzake drugsprecursoren1

Datum raadsdocument : Nummerraadsdocument: NummerCommissiedocument: Eerst verantwoordelijke ministerie:

18 september 2002.

12 964/02

COM(2002)494 def i

EZ i.o.m. FIN, VWS, JUST

Behandelingstraject in Brussel :

Raadgevend Comité precursoren; de Raad Concurrentievermogen.

Consequenties voor EG-begroting in EURO(per jaar):Geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

In het voorstel worden de controle- en toezichtmaatregelen op de handel en de vervaardiging van bepaalde chemicaliën, die vaak bij de vervaardiging van illegale verdovende middelen worden gebruikt, geharmoniseerd. Doel van het voorstel is te voorkomen dat de rechtmatige handel in deze stoffen tussen de lidstaten wordt belemmerd en illegale vervaardiging van drugs en psychotrope stoffen tegen te gaan. De EU-lidstaten en de EG hebben zich hiertoe verplicht omdat zij partij zijn bij het Verdrag van Wenen (1988). Dit VN-Verdrag is gericht op het tegengaan van de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. Het verdrag legt partijen onder meer de verplichting op te voorkomen dat precursoren (chemicaliën die doorgaans legaal worden gebruikt) worden onttrokken aan legale handel en productie ten behoeve van de illegale vervaardiging van drugs en psychotrope stoffen. Aan deze verplichtingen is sinds begin jaren negentig uitvoering gegeven door een harmonisatierichtlijn voor de interne markt en de verordening voor de regeling van het handelsverkeer met derde landen. De richtlijn is in ons land geïmplementeerd in de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën (WVMC). Overtreding van de in de WVMC en de in de genoemde verordening neergelegde normen wordt strafbaar gesteld in de Wet Economische Delicten (WED). Het voorliggend voorstel beoogt de richtlijn te vervangen door de rechtstreeks werkende bepalingen van een verordening. Zo zullen voor wijzigingen, bijvoorbeeld in de soorten chemicaliën die onder het beslag van de richtlijn vallen geen langdurige nationale implementatieprocedures meer nodig zijn.

Rechtsbasis van het voorstel:

Artikel 95 EG-verdrag (gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming.

Comitologie:Beheerscomité cfm art 4 Besluit 1999/468/EG i

Subsidiariteit, proportionaliteit en deregulering:

Positief. Controle maatregelen op de handel in precusoren dienen op EU niveau genomen te worden zodat voorkomen wordt dat de rechtmatige handel in deze stoffen wordt belemmerd.

1 Precursoren zijn chemicaliën die misbruikt kunnen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.

Nederlandse belangen:

– Het tegengaan van illegale vervaardiging van drugs en psychotrope stoffen – Bescherming van de volksgezondheid en criminaliteitsbestrijding – Bescherming van de rechtmatige handel in precusoren – Doeltreffende en transparante gemeenschapswetgeving in de strijd tegen drugs; – Het voorkomen van onnodige administratieve lastenverzwaring voor het bedrijfsleven.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale

overheden (betrokkenheid IPO/VNG

Aangezien het voorstel beoogt een aantal in de WVMC geïmplementeerde bepalingen van de richtlijn te vervangen door rechtstreeks werkende bepalingen van een verordening dienen de WVMC en de WED te worden aangepast.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:co-decisie

Fiche 3: Verordening bruto nationaal inkomen (BNI)

Titel:

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de harmonisatie

van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen («BNI verordening»)

DatumRaadsdocument:                                                           17 oktober 2002

nr. Raadsdocument:                                                                             13 246/02

nr. Commissie-document:                                                    COM(2002)558 def i

Eerstverantwoordelijk Ministerie:                                      EZ (CBS) i.o.m. FIN

Behandelingstraject in Brussel:Raadswerkgroep Ecofin-statistieken, EcoFin Raad

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): De berekening van het geharmoniseerde BNI op basis van het Europese Systeem van Rekeningen (ESR) 1995 heeft geen gevolgen voor de EG-begroting. Destijds (Berlijn) is bij de vaststelling van de Financiële Perspectieven namelijk al rekening gehouden met deze herziening van de vaststelling van het BNP (nu BNI)

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Ingevolge het Besluit 2000/597/EG i over de eigen middelen wordt vanaf het begrotingsjaar 2002 het nieuwe ESR 95 gebruikt voor de berekening van het BNP, dat nu bruto nationaal inkomen (BNI) wordt genoemd. Uit het eigen middelenbesluit volgt dat hiervoor het wettelijk kader voor de harmonisatie en de verbetering van de vaststelling van het BNI opnieuw moet worden vastgesteld, waarbij rekening moet worden gehouden met de specifieke kenmerken van het ESR 95.

Het voorstel voor de verordening omvat de volgende onderwerpen:

– de berekening van het BNI op basis van het ESR 95;

– de verplichtingen van de lidstaten betreffende de indiening van de gegevens; – de oprichting van het BNI comité als nieuw forum voor de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie bij de verificatie en verbetering/harmonisatie van het BNI,

Rechtsbasis van het voorstel:

Artikel 8 lid 2 van het eigen middelenbesluit (2000/597/EG). Dit besluit is gebaseerd op artikel 269 EG-Verdrag (unanimiteitsbesluitvorming).

Comitologie. Raadplegingsprocedure.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit:Positief. Op EU-niveau moeten afspraken worden gemaakt om op uniforme wijze het BNI (en de daarmee samenhangende nationale afdrachten) te berekenen.

Proportionaliteit:Positief. Er worden in het besluit drie manieren genoemd waarop het BNP, dat als basis dient voor de berekening van het BNI, kan worden gedefinieerd. Zonder dat het ten koste gaat van het van de harmonisatie van gegevens wordt de lidstaten nog enige vrijheid geboden. Door een systeem van kwaliteitscontroles en een systeem van onderzoeken, uit te voeren door de Commissie en het BNI-comité, is gegarandeerd dat de door de lidstaten gebruikte methoden en bronnen kunnen worden getoetst

Deregulering:uit het voorstel vloeien geen maatregelen voort die belastend zijn voor berichtgevers.

Nederlandse belangen

Nederland heeft zich altijd sterk gemaakt voor een uniforme wijze van samenstelling van statistieken. Dit speelt des te meer gezien de aanzienlijke financiële belangen die in het geding zijn. De afdrachten van de lidstaten in het kader van het eigen middelen besluit moeten gebaseerd zijn op kwalitatief hoogstaande en onomstreden statistische informatie. Om die reden is het ook van belang dat Nederland mede betrokken is bij de beoordeling van de kwaliteit van de BNI-raming van de lidstaten.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale

overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Geen consequenties voor de nationale regelgeving.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:Raadgevend

Fiche 4: Mededeling actieplan visbestanden Middellandse Zee

Titel:

Mededeling van de Commissie aan de Raad en aan het Europees

Parlement betreffende de vaststelling van een communautair actieplan

voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van visbestanden in

de Middellandse Zee in het kader van het gemeenschappelijk

visserijbeleid

DatumRaadsdocument:                                                           11 oktober 2002

nr. Raadsdocument:                                                                             13 009/02

nr. Commissiedocument:                                                     COM(2002)535 def i

Eerstverantwoordelijke ministerie:            LNV i.o.m. BZ, FIN, BZ/OS, VROM

Behandelingstraject in Brussel:Raadswerkgroep Intern, Coreper, Raad Landbouw en Visserij

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): De mededeling gaat niet in op specifieke budgettaire gevolgen voor de EU-begroting. Wel wordt duidelijk dat een gedeelte van de te ontwikkelen acties uit het FIOV gefinancierd dienen te worden.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

De basisverordening voor het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) is het uitgangspunt voor het beleid voor de Middellandse Zee. Het structuur-en marktbeleid in de Middellandse Zee zijn op dezelfde wijze toegepast als in andere delen van de Gemeenschap. Dat geldt ook voor het beleid inzake controle, de exploitatie van de levende rijkdommen van de zee gericht op duurzame milieu-, economische en sociale voorwaarden. Het instandhoudingsbeleid daarentegen is traditioneel op een andere manier toegepast dan in andere gebieden. Er zijn enkele grote verschillen met de overige visserijgebieden van de Unie. Zo zijn er maar weinig wetenschappelijke gegevens over de bestanden en is de juridische en geografische aard van dit gebied zeer verschillend. Veel bestanden worden tevens bevist door niet lidstaten uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië, waardoor het zeer ingewikkeld is te komen tot gemeenschappelijke afspraken over bestandsbeheer.

De Commissie beoogt een aantal acties op communautair niveau te nemen om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verwezenlijken in de Middellandse Zee. In dit actieplan zijn de volgende specifieke actieterreinen op communautair niveau opgenomen om te komen tot een coherente interne aanpak: – een gecoördineerde aanpak inzake de jurisdictie over maritieme wateren; – vermindering van de totale visserijdruk; – toepassing van vangstbeperkingen waar dit mogelijk is; – verbetering van het huidige exploitatiepatroon en vermindering van de nadelige gevolgen voor de bestanden en het milieu; – verbetering van de controle en de rechtshandhaving; – versterking van de wetenschappelijke structuren en verbetering van de wetenschappelijke kennis; – grotere betrokkenheid van de belanghebbenden bij het overleg.

Rechtsbasis van het voorstel:n.v.t.

Comitologie:geen

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

positief, het betreft een exclusieve bevoegdheid van de EG

Nederlandse belangen:

Geen directe belangen voor Nederland behalve het financiële belang op EU-niveau. Wel zijn er algemene belangen: naleving van gemeenschappelijke regelgeving en level playing field voor alle visserijgebieden in de EU. Het voorstel vormt een integraal onderdeel van de hervormingsplannen voor het Gemeenschappelijk Visserijbeleid.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG):geen

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

geen; het betreft een mededeling die het EP ter informatie is toegegaan.

Fiche 5: Mededeling structurele indicatoren

Titel:

Mededeling van de Commissie: «Structurele indicatoren»

DatumRaadsdocument:                                                           21 oktober 2002

nr. Raadsdocument:                                                                             13 358/02

nr. Commissiedocument:                                                     COM(2002)551 def i

Eerstverantwoordelijke ministerie:  BZ in nauw overleg met EZ(CBS), i.o.m alle departementen

Behandelingstraject in Brussel:

Het behandelingstraject is nog niet geheel duidelijk. Het EPC, SPC en EMCO zullen de mededeling behandelen. Verder staat zij op de agenda van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 2 en 3 december 2002. In goede coördinatie met de andere betrokken raadsformaties zal de Ecofinraad van 3 december 2002 conclusies aannemen over de mededeling.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): Geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

De Europese Raad van Lissabon (maart 2000) heeft een nieuw strategisch doel gesteld voor de EU voor de komende 10 jaar: «de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie ter wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang.» De Lissabonstrategie heeft drie dimensie: een economische, sociale en een milieudimensie. De Europese Raad van Lissabon en de Europese Raden die erop volgden, hebben een aantal actiepunten vastgesteld die helpen het strategische doel te verwezenlijken.

Om de voortgang naar het strategische doel vast te stellen en om de strategie te kunnen bijsturen, besloot de Europese Raad jaarlijks in het voorjaar bijeen te komen. Ter voorbereiding daarop, stelt de Commissie het zogeheten «voorjaarsrapport» (voorheen het «syntheserapport»). Zij doet dit op basis van zogeheten «structurele indicatoren». Dit rapport is een van de belangrijkste discussiestukken voor de Europese Raad.

In de voorliggende mededeling, presenteert de Commissie de structurele indicatoren voor het voorjaarsrapport voor de voorjaarsvergadering van de Europese Raad op 21 maart 2003 in Brussel. De set indicatoren die de Commissie voorstelt komt grotendeels overeen met die van vorig jaar zodat er sprake is van grote stabiliteit. Net als vorige keer stelt de Commissie stelt 42 indicatoren voor die gelijkelijk verdeeld zijn over zes categorieën. De wijzigingen zijn beperkt gebleven tot vervanging van drie indicatoren door nieuwe die de politieke prioriteiten beter weerspiegelen. Daarnaast zijn enkele indicatoren opnieuw gedefinieerd.

De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende.

– De indicator «gemiddelde effectieve leeftijd waarop mensen stoppen met werken» komt in de plaats van «werkgelegenheidsgraad van oudere werknemers». Deze indicator weerspiegelt de conclusie van de Europese Raad van Barcelona beter, dat de gemiddelde leeftijd waarop mensen ophouden met werken met ongeveer vijf jaar omhoog moet in 2010.

– De indicator «convergentie van rentevoeten» komt in de plaats van «kapitaal verworven op de aandelenmarkt», omdat zij beter de voortgang meet in de integratie van de kapitaalmarkten.

– De indicator «registraties van nieuwe bedrijven» komt in de plaats van

«bedrijfsinvesteringen» omdat de nieuwe indicator beter de voortgang weergeeft die lidstaten boeken in verlaging van de kosten en tijd die nodig is om bedrijven op te zetten. – De indicator voor «R&D-uitgaven» is hergedefinieerd. Voortaan is zij onderverdeeld naar de financier van het onderzoek in plaats van naar de uitvoerder ervan. Dit sluit beter aan bij de 3%-doelstelling van de Europese Raad van Barcelona voor uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling.

Het voorjaarsrapport voor de voorjaarsvergadering van de Europese Raad van maart 2003 zal de score op de indicatoren van alle 13 kandidaatlidstaten bevatten. Hiermee geeft de Commissie gehoor aan de oproep van de Europese Raad van Gotenburg.

Rechtsbasis van het voorstel:N.v.t. (mededeling)

Comitologie:N.v.t. (mededeling)

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Positief: de structurele indicatoren zijn bedoeld om de Europese Raad in staat te stellen tot open coördinatie van het beleid binnen de Lissabon-strategie, dat wil zeggen te benchmarkenen best practiceste identificeren. Dit zijn lichte vormen van coördinatie. Er ligt een duidelijke meerwaarde in elkaar aansporen het sociaal-economische en milieubeleid te verbeteren en voorbeelden van succesvol beleid te delen.

Nederlandse belangen:

Nederland staat zeer positief tegenover de Lissabonstrategie. De Europese Voorjaarsraad van 2003 zal verdergaan met de consolidatie ervan. Nederland streeft ernaar dat ook deze Europese Raad een succes wordt. De structurele indicatoren zijn daarbij een belangrijk instrument: zij staan aan de basis van het voorjaarsrapport. Met een goede set structurele indicatoren kan de Commissie:

– een scherpe analyse opstellen van de economische, sociale en milieusituatie en vooruitzichten; – de stand van zaken weergeven in de implementatie van de Lissabon-strategie en vermelden waar de Europese Raad knopen moet doorhakken; – een analyse maken van de meest succesvolle beleidsmaatregelen De Commissie kan zo een belangrijke bijdrage geven aan het succes van de Europese Voorjaarsraad.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG):Geen.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

N.v.t., het betreft een mededeling die het EP ter informatie is toegegaan.

 

3.

Bevat de volgende onderliggende documenten

Verordening steenkool

22112, 252, 1
Verordening drugsprecursoren

22112, 252, 2
Verordening bruto nationaal inkomen (BNI)

22112, 252, 3
Mededeling actieplan visbestanden Middellandse Zee

22112, 252, 4
Mededeling structurele indicatoren

22112, 252, 5
 
 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.